1) | Seth, |
|
Kortheidshalve worden in deze eerste vier verzen alleen gesteld de blote namen van dertien oudvaders die vóór den zondvloed geleefd hebben. En men moet de woorden dezer verzen aldus nemen en verstaan, van Adam is geboren Seth, van Seth is Enos geboren, enz.
|
|
2) | Sem, |
|
Uit en door deze drie zonen van Noach is de wereld als vernieuwd en met mensen beplant. Zie de aantekening Gen. 10:1.
|
|
3) | Cham |
|
Uit en door deze drie zonen van Noach is de wereld als vernieuwd en met mensen beplant. Zie de aantekening Gen. 10:1.
|
|
4) | Jafeth. |
|
Uit en door deze drie zonen van Noach is de wereld als vernieuwd en met mensen beplant. Zie de aantekening Gen. 10:1.
|
|
5) | Difath, |
|
Gen. 10:3 staat Rifat: de R en de D worden op meer plaatsen de een voor de ander gesteld, vanwege de gelijkheid derzelve. Zie 2 Kron. 1:7.
|
|
6) | Tharsisa, |
|
Zie de aantekening Gen. 10:4.
|
|
7) | Dodanieten. |
|
Alzo staat er ook Gen. 10:4, maar hier lezen sommigen Rodanim.
|
|
8) | die begon geweldig te zijn |
|
Hij is de eerste na den zondvloed geweest, die met geweld steden en landen onder zijn gehoorzaamheid gebracht heeft. Zie van Nimrod breder Gen. 10:9.
|
|
9) | Uz, |
|
Uz, Hul, Gether en Mesech [Gen. 10:23, genoemd Mas] zijn Arams zonen geweest, en Sem was hun grootvader. Zie Gen. 10:23. Daarom stellen enigen hier dezes [te weten, Arams] zonen waren Uz; en onthoud dit eens vooral, dat de Hebreën een en denzelfden persoon, alsook een en dezelfde plaats, dikwijls verscheiden namen geven, gelijk in de naamregisters van dit boek en elders meer dikwijls wordt bevonden.
|
|
10) | het aardrijk |
|
Versta dat de inwoners der aarde zijn verdeeld en van elkander gescheiden geworden, als God hunne spraken verward heeft in het bouwen van den toren te Babel, Gen. 11:9,16. Peleg wordt vertaald, een verdeling.
|
|
11) | Sem, |
|
Versta, na dezen naam, alsook na de volgende het woord gewon, aldus, Sem gewon Arfachsad, Arfachsad gewon Selah, enzovoorts.
|
|
12) | Abram; |
|
Waarom de naam Abram is veranderd in Abraham, zie Gen. 17:5, en vervolgens, want aldaar wordt dit geslachtsregister verhaald.
|
|
13) | Zefi, |
|
Zefo, Gen. 36:11.
|
|
14) | Timna, |
|
Dit schijnt hier te zijn een van Elifaz' kinderen. Gen. 36:12 wordt ook Elifaz' bijwijf, die hem Amalek gebaard heeft, Timna genoemd.
|
|
15) | De kinderen van Seir |
|
Zie Gen. 36:20.
|
|
16) | Aljan, |
|
Aluan, Gen. 36:23.
|
|
17) | Sefi en Onam; |
|
Anders, Sefa, Gen. 36:23.
|
|
18) | Hamram, |
|
Anders, Hemdan, Gen. 36:26.
|
|
19) | Jaakan. |
|
Anders, Acan, Gen. 36:27.
|
|
20) | Disan |
|
Of, Disons.
|
|
21) | koningen, |
|
Zie Gen. 36:31,32, enz.
|
|
22) | Bozra. |
|
Zie van deze stad de aantekening Gen. 36:33.
|
|
23) | Hadad |
|
Hadar, Gen. 36:39. Zie boven, 2 Kron. 1:6.
|
|
24) | Pahi, |
|
Anders, Pahu, Gen. 36:39.
|
|
25) | Matred, |
|
Matred is een mansnaam.
|
|
26) | dochter van Mee-sahab. |
|
Anders, nicht. Zij was een zoons- of dochtersdochter van Mezahab. Dikwijls worden kindskinderen, dat is nichten en neven, in de Heilige Schrift genoemd zonen en dochteren, gelijk Exod. 2:20,21.
|
|
27) | Alja, |
|
Ook Alua genoemd, Gen. 36:40.
|
|