|
---|
1 | Broeders, indien ook een mens vervallen ware1) door2) enige misdaad, gij,3) die geestelijk zijt,4) brengt den zodanige5) te recht met den geest der6) zachtmoedigheid; ziende op uzelven,7) opdat ook gij niet verzocht wordt.8)
|
2 | Draagt elkanders9) lasten, en10) vervult alzo11) de wet van Christus.12)
|
3 | Want zo iemand meent iets te zijn,13) daar hij niets14) is, die bedriegt zichzelven15) in zijn gemoed.
|
4 | Maar een iegelijk beproeve16) zijn eigen werk;17) en alsdan zal hij18) aan zichzelven19) alleen roem hebben,20) en niet aan een anderen.21)
|
5 | Want een iegelijk zal zijn eigen pak dragen.
|
6 | En die onderwezen wordt22) in het Woord,23) dele mede24) van alle goederen25) dengene, die hem onderwijst.26)
|
7 | Dwaalt niet;27) God laat Zich niet bespotten; want28) zo wat de mens zaait,29) dat zal hij ook maaien.
|
8 | Want die in zijn eigen vlees30) zaait, zal uit het vlees31) verderfenis32) maaien; maar die33) in den Geest zaait,34) zal uit den Geest35) het eeuwige leven maaien.36)
|
9 | Doch laat ons, goed doende,37) niet vertragen;38) want te zijner tijd39) zullen wij maaien, zo wij40) niet verslappen.41)
|
10 | Zo dan, terwijl wij tijd42) hebben, laat ons goed doen aan43) allen, maar meest44) aan de huisgenoten des geloofs.45)
|
11 | Ziet,46) hoe groten brief47) ik u geschreven heb met mijn hand.
|
12 | Al degenen, die een schoon49) gelaat willen tonen naar het vlees,50) die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis51) van Christus niet zouden vervolgd worden.52)
|
13 | Want ook zijzelven, die besneden worden,53) houden de wet niet;54) maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen55) zouden.
|
14 | Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van56) onzen Heere Jezus Christus; door Welken57) de wereld58) mij gekruisigd is,59) en ik der wereld.60)
|
15 | Want in Christus Jezus61) heeft noch besnijdenis enige kracht,62) noch voorhuid, maar een nieuw schepsel.63)
|
16 | En zovelen als er naar dezen regel64) zullen wandelen, over dezelve zal zijn65) vrede en66) barmhartigheid, en67) over het Israël Gods.68)
|
17 | Voorts, niemand doe mij69) moeite aan; want ik draag de littekenen van70) den Heere Jezus in mijn lichaam.
|
18 | De genade van71) onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.72)
|
|
---|